Als de horeca echt klantvriendelijk wil zijn, gaat het roken in de ban. De meeste klanten willen het, veel horecabedrijven zelf ook. Omzet kost het niet.
De horecaondernemers, verenigd in de organisatie Koninklijk Horeca Nederland, verzetten zich tegen het rookvrij maken van de hele horeca. Dat verzet is schadelijk voor de gezondheid van werknemers én gasten, maar ook schadelijk voor de sector zelf. Want in het binnen- en buitenland blijkt dat in een rookvrije horeca de omzet stijgt. Als de branche zich blijft verzetten tegen een rookverbod, laat men dus omzet in rook opgaan.
Tweederde van de bezoekers van cafés, restaurants en andere uitgaansgelegenheden is voorstander van een rookvrije horeca, bleek onlangs uit onderzoeken van TNS-NIPO. Voor een sector die leeft van gastvrijheid en klantvriendelijkheid, zou dit reden moeten zijn de sigaret en sigaar versneld in de ban te doen.
Een meerderheid (64 procent) van de honderd grootste horecabedrijven van Nederland denkt er ook zo over, blijkt uit een recente enquête van het tijdschrift Horeca Misset. Ook komen er steeds meer geluiden uit de sector zelf dat het verbod voor de hele sector moet gelden.
Toch, de brancheorganisatie Koninklijk Horeca Nederland (KHN) ziet het anders dan haar gasten en achterban. Tot gisteren vond de KHN rookvrije zones de beste manier om aan klanten tegemoet te komen. Maar afspraken daarover met de overheid blijken ingewikkeld en moeilijk uitvoerbaar. Achilleshiel is de vrijwillige medewerking van de gehele horecasector, of men nu wel of geen lid is van KHN. Vooral voor kleine ondernemingen is een rookvrije zone moeilijk te realiseren, laat staan een aparte rookruimte. De branchorganisatie ziet dit inmiddels ook en probeert nu te redden wat er te redden valt: zij gaat akkoord met geheel rookvrije restaurants en hotels, maar wil dat cafés en discotheken tot 2011 de tijd krijgen.
Een vreemd standpunt. Blijkbaar vindt de organisatie de gezondheid van werknemers en bezoekers in cafés en disco’s – waar de concentratie van kankerverwekkende tabaksrook het grootst is – minder belangrijk dan die in restaurants en hotels. De enige maatregel om alle werknemers én bezoekers in de horeca te beschermen is een algeheel rookverbod in de horeca, in één keer ingevoerd.
Winstpunt is dat Koninklijk Horeca Nederland inmiddels ook lijkt in te zien dat ’gastvrij’ betekent dat niet-roken het uitgangspunt is. Toch pleit zij tegen de belangen van haar gasten en werknemers in voor halfslachtige maatregelen. Met als belangrijkste argument dat een rookvrije horeca leidt tot omzetdaling. Nog afgezien van de morele implicatie van deze stelling (geld gaat voor de gezondheid van werknemers en gasten) is dit argument gemakkelijk te ontkrachten.
In Ierland, Schotland, Noorwegen en New York is gebleken dat een rookvrije horeca minstens op gelijke, maar eerder op meer klandizie mag rekenen. Het rookverbod in New York had geen negatieve invloed op de omzetten. Integendeel: de omzet steeg. In Noorwegen is de totale omzet sinds het rookverbod in 2004 met 5 procent gestegen.
Omzetverlies kan ook in Nederland geen argument zijn tegen een rookverbod. Ervaringen van horecabedrijven in Nederland zelf bevestigen dat. Er zijn al rookvrije ondernemingen. Van de Nederlandse McDonalds-vestigingen is 40 procent al rookvrij. „De klanten zijn positief en er is geen effect op de omzet”, meldt een woordvoerder. Bij Kentucky Fried Chicken (KFC) zijn alle vestigingen rookvrij, na een test in januari die positief uitpakte.
Ook in discotheken kan rookvrij uitgaan goed scoren, zoals in Swingsteesjun in Haarlem. Eigenaar en initiator William Appelman wilde zelf rookvrij kunnen dansen en vermoedde dat ook anderen dat wel eens zouden willen. Zijn ondernemersinstinct bleek juist. Er is grote belangstelling om rookvrij uit te gaan. Bovendien dalen de kosten voor schoonmaak, brandschade en het laten overschilderen van muren. Ook restaurants worden rookvrij. Het Amsterdamse restaurant d’ Vijf Vlieghen zag sinds 1 januari een enkeling wegblijven, anderen kwamen juist, meldt het bedrijf. 350 toprestaurants overwegen te volgen.
Deze voorbeelden bewijzen natuurlijk nog niet alles. Maar samen met de ervaringen in Ierland, Schotland, Noorwegen en New York zeggen ze meer dan de willekeurige cijfers waarmee de organisatie van horecaondernemers haar gelijk wil bewijzen. KHN waarschuwde een paar jaar geleden dat een rookverbod 50.000 banen zou kosten. Een slag in de lucht. Over dit banenverlies rept KHN nu niet meer, simpelweg omdat KHN deze cijfers niet kan onderbouwen.
Een rookvrije horeca is niet alleen gezond voor de medewerkers en de gasten maar ook voor de portemonnee van de horeca zelf. Koninklijke Horeca Nederland, wees blij dat minister Klink dit voor u wil regelen.