Recentelijk was ik aanwezig bij een presentatie van Detlef Loppow, ceo van de Martini Klinik in het Duitse Hamburg, die in 2016 de ‘European Inspirational Award for achievements in Value Based Healthcare’ ontving. De Harvard Business School heeft een case aan deze instelling gewijd, en velen in binnen- en buitenland bestuderen Value Based Health Care (VBHC) aan de hand hiervan.
Onlangs hield Wim van Harten, bekende pleitbezorger voor centralisatie van oncologische zorg, in Skipr een betoog, in dit geval tégen het concentreren van prostaatkankerzorg. De noodzakelijke evidence of objectieve-argumenten zouden volgens hem ontberen om – naar het voorbeeld van de Martini Klinik Hamburg – in Nederland tot concentratie over te gaan. Verschillende meningen, verschillende achtergronden. Waarom krijgt Martini Klinik (MK) zoveel aandacht? Reden voor mij om de Harvard-case, zoals besproken in een van de Salentein-VBHC sessies in Nijkerk, nog eens nader te bekijken op de feitelijke resultaten van deze Duitse kliniek.
Resultaten
Om te beginnen zijn daar de resultaten met betrekking tot de bedrijfsvoering en op medisch gebied. Deze resultaten worden veelal vergeleken met de resultaten behaald in de overige behandelcentra in Duitsland en zijn op onderdelen spectaculair beter.
Resultaten bedrijfsvoering:
– meer dan vertienvoudiging in 20 jaar van het patiënten-volume: van ongeveer 200 uitgevoerde prostatectomiën per jaar in 1997 naar 2300 in 2016;
– een zeer sterke stijging van het marktaandeel van alle prostatectomiën van 3 procent in 2005 naar 10 procent in 2014;
– een uitstekende reputatie bij patiënten: 98 – 100 procent van alle patiënten zouden, indien gevraagd, familie en vrienden doorverwijzen naar de MK;
– volledige follow-up-gegevens van bijna 90 procent van alle eerder behandelde patiënten, veelal inclusief weefsel en samples en behandel-follow-up;
– snelle implementatie van relevant geachte innovaties;
– omzet in 2012 was 25,8 miljoen euro, de operationele winst (EBIT) 11 procent.
Medische resultaten:
– een aanzienlijk lager percentage complicaties van de behandelingen: een minstens 5 keer lager percentage darmperforatie, diepe veneuze trombose, sepsis en longembolie dan gemiddeld in Duitsland;
– een hoger percentage succesvolle zenuwsparing bij operatie dan gemiddeld (97 procent in de MK vs 81 procent elders);
– een hoger percentage patiënten dat géén radiotherapie of hormonale nabehandeling na operatie nodig had: 88 procent in de MK vs 58 procent elders;
– een veel lager percentage patiënten met ernstige stoornis in de erectie functie: 35 procent bij patiënten uit de MK vs 76 procent elders;
– een veel lager percentage patiënten met ernstige urine incontinentie (0,4 procent vs 4,5 procent elders);
– een veel hoger percentage patiënten dat géén enkele incontinentieluier nodig had in het 1e jaar na operatie (97 procent bij MK patiënten vs 57 procent gemiddeld elders).
Zijn ze nu klaar?
De resultaten zijn zonder meer indrukwekkend te noemen. Maar is daarmee alles gezegd? Nee, zo ver is het nog niet. Men is vooralsnog vooral gericht op het verrichten van een operatieve ingreep in plaats van het optimaal begeleiden van alle patiënten met prostaatkanker. Mede door de inmiddels enorme PA-database verschuift de aandacht wel meer naar andere innovatieve personalized behandelmethoden, waaronder ook een meer wait-and-see-begeleiding.
De case beschrijft niet hoe, voor de precieze casemix, de survival zich ontwikkeld heeft door de loop der jaren en in vergelijking met andere topcentra. Ook is er geen informatie over de werkelijke kosten per patiënt. Zijn de huidige kosten niet erg hoog? Zouden deze qua volume en qua organisatie niet verder kunnen worden verbeterd, teneinde door lagere kosten per patiënt meer patiënten te kunnen helpen?
Het vergoedingenstelsel en de belangen zijn in Duitsland niet wezenlijk anders dan in Nederland. Het is daar net als bij ons in het algemeen erg lastig voldoende volume van gelijksoortige patiënten bijeen te krijgen. Dat betekent dat óf concentratie zoals bij de Martini Klinik óf intensieve samenwerking nodig is om dit soort resultaten (kwalitatief en financieel) mogelijk te maken. Een mooie opdracht voor artsen en bestuurders om gezamenlijk hun pijlen daarop te richten.
Ton Hanselaar
Lid van de adviesraad van het Value Based Health Care Center Europe