Zo min mogelijk zorg verlenen, als het moet richten we er onze eigen verzekeraar voor op (Financieel Dagblad, 30 juli 2013)

Interview met Ton Hanselaar in Financieel Dagblad, 30 juli 2013

Interviewer: Sandra Olsthoorn • Economie & Politiek

Zorgbestuurder Ton Hanselaar krijgt op nogal atypische momenten — zichtbaar — kippenvel. Als hij vertelt over een proef met patiënten met hoge bloeddruk die zelf hun bloeddruk meten, bijvoorbeeld, in plaats van dat ze daarvoor naar een speciaal zorgcentrum gaan. ‘Welke groep denk je dat sneller gezond werd? Zij die het zelf deden natuurlijk!’
‘Ontzorgen’ is het doel bij Pantein, de instelling waarvan Hanselaar sinds twee jaar bestuursvoorzitter is. De organisatie verenigt zowat alle denkbare vormen van zorg in zich, en is daarmee vooralsnog uniek in zijn soort. Het concern heeft tientallen centra en voorzieningen in Noord-Brabant en Limburg, waaronder een ziekenhuis, thuiszorg, verzorgingstehuizen en een zorghotel.

Patiënt

Er werken duizenden mensen, de omzet was er vorig jaar €212 mln, en toch is het credo er: zo min mogelijk zorg verlenen. Waar andere zorginstellingen hun medewerkers aansporen tot het behalen van meer, meer, meer productie, moeten medewerkers van Pantein ernaar streven hun klanten — Hanselaar houdt niet van het woord patiënt — ‘op eigen kracht hun leven te laten leiden’. En dat gaat in zijn visie het beste thuis. ‘Dáár komt het erop aan, dáár moet iemand beter worden.’
Het ziekenhuis is dan ook niet het epicentrum van de instelling, maar een onderdeel dat in dienst staat van de rest van de behandeling. Voor Hanselaar is het ziekenhuis een ‘technisch facilitaire eenheid’, waar de patiënt even heen gaat voor de ingreep, waarna de zorg zo snel mogelijk thuis weer verder gaat. ‘En dat moet naadloos op elkaar aansluiten.’

Zorgstelsel

Dat betekent niet dat wie bij Pantein terecht alles zelf moet uitzoeken. ‘Het doel is dat we het de klant zo gemakkelijk mogelijk maken en inspelen op zijn gezondheidswens.’ En dat is alles behalve vanzelfsprekend, legt Hanselaar uit: ‘Het gehele zorgstelsel is ingericht op het betalen van diagnostiek en behandeling. Terwijl de patiënt daar helemaal niet noodzakelijk beter bij af is.’
Neem het plaatsen van een nieuwe knie. Hanselaar: ‘Voor de patiënt is het plaatsen van die knie op zichzelf niet zo relevant. Die persoon heeft een heel ander perspectief dan de arts: weer kunnen sporten zonder pijn, weer kunnen werken. Die knie erin zetten vindt hij minder interessant. Maar omdat dát is waarvoor wordt betaald, is dat wel vaak waar alles om draait. Als die knie slecht wordt geplaatst krijg je als ziekenhuis nog steeds je geld. Sterker nog: als het zo slecht is gedaan dat er nogmaals geopereerd moet worden, krijg je nog een keer betaald!’

Substantieel

De zorg moet zo snel mogelijk toe naar een systeem waarbij niet de trucjes worden afgerekend, vindt Hanselaar, maar waar de gezondheidswinst van de patiënt wordt beloond. De maatschappelijke kosten van zorg zullen daarmee substantieel dalen, schat hij, omdat veel overbodige zorg achterwege kan worden gelaten.
Terug naar de bloeddrukpatiënten. Bij wijze van proef heeft Pantein aan 3500 patiënten expliciet via een enquête de vraag voorgelegd: ‘Wat heeft u nodig?’ Bovendien zitten artsen en patiënten met elkaar in een expertteam waar de zorg wordt doorgesproken. Hanselaar: ‘Vaak handelt een arts volgens een standaard richtlijn. Hier is het uitgangspunt van het gesprek wat heeft iemand nodig heeft. Dan kan het best zijn dat iemand minder op controle gaat, maar meer contact heeft met lotgenoten met een chronische ziekte.’
‘Spiritueel sponsor’
Pantein financiert het project zelf. Zorgverzekeraars doen mee als ‘spiritueel sponsor’, maar Hanselaar wilde absoluut niet dat ze meebetaalden. ‘Ze mogen hun kennis inbrengen, graag zelfs, maar als ik ze laat meebetalen gaat het meteen weer over geld en structuren. En dat moeten we juist niet hebben.’
De neiging om het in de zorg de hele tijd over geld en systemen te hebben, vindt Hanselaar sowieso al ‘een crime’. ‘Er is een enorme drang om alles maar helemaal dicht te regelen.’ In de thuiszorg bepaalt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op hoeveel zorg een patiënt recht heeft — op basis van een telefoongesprek of formulier, zonder de patiënt in kwestie gesproken te hebben. In een ander proefproject van Pantein is het CIZ uit het proces gehaald en bepalen verpleegkundige en patiënt samen hoeveel zorg nodig is. Hanselaar: ‘Dat is superefficiënt! Die zorg is 8% goedkoper en dan tel ik de capaciteit die je bij het CIZ bespaart nog niet eens mee. Extrapoleer dat op de vele miljarden die in de zorg omgaan, dat is gigantisch.’

‘Ontzorgen’

Snijdt Pantein zichzelf niet in de vingers met het doel te ‘ontzorgen’? Doel is een jaarlijks rendement van 2%, wat zelfs voor een zorginstelling aan de lage kant is. Hanselaar: ‘Ik zie ons in de eerste plaats als maatschappelijke organisatie, en vanuit dat oogpunt is goedkopere zorg gewoon beter. Maar dat wil niet zeggen dat we ons bedrijfsconcept onderuit- halen, het is alleen anders. Wij groeien doordat we betere zorg goedkoper kunnen bieden. Dan komen de mensen vanzelf wel.’
Zorg financieren op gezondheidswinst is iets waar ook door zorgverzekeraars en in de politiek al lang over wordt gesproken. Maar erg concreet worden die plannen niet. Het idee om dan maar zelf een verzekeraar op poten te zetten is bij Pantein ook al over tafel gegaan. Hanselaar: ‘We hebben hier alles al in huis, een zorgverzekeraar kan er ook nog wel bij. Ik zit er niet per se op te wachten. Als de bestaande zorgverzekeraars het gaan doen, dan is dat natuurlijk fantastisch, want wat we willen is dat vooral dat gedacht wordt uit gezondheidswinst.’

Tekst: Sandra Olsthoorn
Sandra Olsthoorn schrijft over telecom, media en technologie. Eerder schreef zij voor het FD over de zorg.
Dit is het derde artikel in een serie Dwarse denkers van zes waarin vooraanstaande wetenschappers, ondernemers en vakbondsmensen oplossingen aandragen om de economische crisis te bestrijden.

Zie ook:

Financieel Dagblad, interview met Ton Hanselaar, 30 juli 2013